De afgelopen bijeenkomst van Lering en Vermaak speelde zich af in een bijna echte woestijn. De misdienaarssacristie zag er totaal anders uit: met oosterse kleden, lantaarntjes en kaarsen (warm dus!), wierook en een heuse cactus kon je daar voelen hoe het in de woestijn kan zijn.
De kinderen – op kussens op de grond gezeten – hebben gepraat over het leven in de woestijn. Wat voor planten en dieren komen daar voor? En de mensen: hoe kan men daar leven? Hoe ging dat eigenlijk in de tijd van de bijbel? Gastvrijheid voor bezoekers was heel belangrijk. Want veel plekken om even bij te komen van al het stof en de hitte en om te eten en drinken waren er niet.
Er bleken heel wat vragen te zijn, waarover je het kon hebben.
Ook Mozes, die met zijn volk vanuit Egypte op weg was naar het beloofde land, kwam aan bod. Ooit kreeg hij in zijn woestijn – de Sinaï – de tien geboden. Waarom zijn die eigenlijk gegeven? En wat staat er allemaal in?
Maar hoe zit het nu in onze tijd: Hoe tonen wij in onze tijd gastvrijheid? En hoe zou je zelf graag ontvangen worden? Dat waren minstens zulke belangrijke vragen.
Om te proeven wat mensen in de woestijn zoal eten, was er die middag ook een oase geschapen. Op een tafel stonden allerlei lekkernijen klaar: dadels, vijgen, rozijnen, baklava, en om de dorst te lessen ook flesjes water.
Na hun handen te hebben gewassen mocht iedereen overal van proeven. De één vond alles lekker, een ander alleen enkele dingen, maar sommigen zouden in de woestijn niet overleven!
Als gastvrije gevers hebben de kinderen een schoteltje met woestijnlekkers klaargemaakt om thuis uit te delen.
En onze woestijn? Die is inmiddels weer gewoon misdienaarssacristie!