Vlak voor de viering van Aswoensdag op 5 maart jl aten kinderen, sommigen met hun ouders, en de pastoor pannenkoeken. Gezellig, maar het was niet zomaar woensdagpannenkoekendag. Pastoor Wietse vertelde over de vasten en de veertigdagentijd, de zes weken dat we vooruitkijken naar het grote feest van Pasen. En dat je met een volle maag minder goed kunt nadenken. Carnaval, dat feest kennen we allemaal, betekent ‘vaarwel vlees’ en heeft dus alles te maken met die vastentijd waarin mensen matigen en meer tijd voor God maken. Die tijd begint met as op je hoofd. Die as komt van de palmtakken van palmpasen en betekent dat je eraan moet denken dat alles voorbij gaat, weg waait. Wees zuinig op elkaar en op het goede. As betekent ook dat er nieuwe dingen kunnen komen, betere dingen. Wie wilde mocht op een briefje opschrijven waar hij/zij spijt van had. Samen met de palmtakken werden de briefjes verbrand in de viering die volgde op de maaltijd. God zet een streep door wat verkeerd ging en je mag opnieuw beginnen. Een aantal kinderen bleef bij de viering om ook as opgestrooid te krijgen, voor andere kinderen was het bedtijd en te laat om om nog langer te blijven. Maar waarom nu toch die pannenkoeken? Dat heeft alles te maken met het gebruik om in de vasten geen zuivel en ook geen eieren te eten. Omdat weggooien van eten geen goed idee is, werden op de avond voor de vasten pannenkoeken gebakken van alles wat daarna veertigdagenlang niet gegeten zou worden. Ja, dus ook spekpannenkoeken!
Foto’s: Goos Boersma