Als sluitstuk van de feestelijkheden rond het 125-jarig jubileum van ons kerkgebouw aan het Melkpad organiseerde de parochie op 21 januari het minisymposium ‘Toekomst voor geloof en kerk in Hilversum’.
Drie deskundige mannen spraken en discussieerden onder leiding van theoloog en radiojournalist Elsbeth Gruteke over de toekomst van de kerk in een tijd van secularisatie. Het symposium viel precies in de Week van Gebed voor de Eenheid onder Christenen, en dat was natuurlijk geen toeval.
Over de toekomst van de kerk zijn alle drie de sprekers vrij positief. ‘Ik maak me daar niet zo veel zorgen om’, zei Mattijs Ploeger, rector van het Oud-Katholiek Seminarie te Utrecht. ‘God zelf zal er wel voor zorgen dat er een gemeente blijft.’ Ploeger benadrukte het belang van de liturgische traditie van de kerk. De rituelen in de kerk zorgen voor zin en samenhang. En hoewel de kerk in veel opzichten niet hip of eigentijds is, wordt de betekenis van die rituelen steeds beter herkend in de samenleving.
Ook schrijver en religiejournalist Anton de Wit distantieerde zich van het doemdenken over de kerk. ‘Als je me vraagt naar de toekomst van de kerk, dan zeg ik: ik geloof in de Heilige Geest.’ Dat de Geest aan het werk is, ziet De Wit onder meer aan de onrust die de huidige Paus teweeg brengt. ‘Links en rechts worden mensen onrustig en dat is goed.’
De kerk als Gideonsbende
Ds. Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de landelijke Raad van Kerken, vindt de winst van de secularisatie dat mensen niet meer geloven op gezag. Op een vraag van een van de aanwezigen, of hij het niet jammer vindt dat de kerken zo leeg zijn, zei Van der Kamp dat de kerk een Gideonsbende is geworden, die niet moet pretenderen dat ze het licht van God uitdeelt. Volgens Van der Kamp moeten de kerken zich in de eerste plaats richten op de belangrijke momenten in de levens van gewone mensen: geboorte, dood, ziekte, verhuizing, crisis, enzovoort. De Wit beaamde dat. ‘Mensen opzoeken is de core business van de kerk.’ Ploeger: ‘Als het goed is, is de viering zélf al het opzoeken van mensen. Misschien is dat niet meer zo herkenbaar, maar in de viering komt God zelf naar ons toe.’
God en de naast
Is de hedendaagse kerk niet te veel gericht op mensen en te weinig op God zelf? Van der Kamp vindt van niet. ‘In Christus’ formulering van het grote gebod, in Marcus 12, worden het liefhebben van God en van de naaste met elkaar verbonden. Die twee kun je niet meer los zien.’
Ten slotte werd de vraag gesteld hoe het zit met de oecumene. De kerken als instituten komen nauwelijks nader tot elkaar, gaf De Wit toe. ‘Maar op individueel niveau is er veel bereidheid om te luisteren naar anderen. Ook bij jongeren.’ Van der Kamp was het daarmee eens. ‘Het zijn maar een paar mensen die op de rem staan. Op heel veel plaatsen heeft de oecumene successen geboekt. Het gaat helemaal niet zo slecht.’