In de kerk was het stil en best al wel donker toen zaterdag – stille zaterdag – de kinderpaasnacht begon. De lampen stonden niet aan, de kaarsen brandden niet en er klonk geen muziek. Pastoor Wietse van der Velde legde uit waarom dat zo was. Dat de afgelopen week in de kerkvieringen het verhaal gelezen was van hoe Jezus werd opgepakt door soldaten, dat hij beschuldigd werd van dingen die hij niet had gedaan en uiteindelijk de doodstraf kreeg. Daarom was het stil, grijzig en donker in de kerk gebleven. Maar, zei de pastoor, het verhaal gaat verder. Hij nam de kinderen en hun ouders mee naar het kerkplein waar een vuurkorf stond, grote vlammen waaiden door de wind hoog op. Dat vuur was een teken van het licht van God, dat licht dat mensen en de hele schepping doet leven. Ook in tijden dat het verdrietig en donker is. Met het vuur uit de vuurkorf werd de grote paaskaars aangestoken, de kaars die laat zien dat Jezus als het licht van de wereld bij ons wil zijn.
Iedereen in de kerk kreeg een kleiner kaarsje en vanaf de vlam van de paaskaars werd het licht gedeeld. Zo met allemaal een brandende kaars in de hand was het al veel minder donker in de kerk en kwamen de kleuren terug!
Na een gedicht over een zee van licht en hoe die verder de wereld in komt, begon het verhaal van de drie bomen. Drie nog kleine bomen die grootse dromen over de toekomst hebben. Terwijl achter hen afbeeldingen van het verhaal werden getoond, speelden drie jongens de bomen. Ze droomden dat hun hout een schatkist zou worden, een machtig schip of de grootste boom van de wereld! Die dromen spatten uit elkaar toen een houthakker door de kerk kwam aanlopen, zijn scherpe bijl in de hand. Boom na boom werd met een paar flinke uithalen van de bijl omgehakt. Van het hout van de bomen werd wat anders gemaakt dan ze hadden gedroomd, alhoewel… Klik je hier, dan kun je horen en zien hoe het verhaal verder gaat.
Na het samen zingen en samen bidden werd de kinderpaasnacht besloten met de zegen, de goede woorden die God mensen meegeeft voor onderweg. Bij de uitgang kreeg iedereen twee potjes met narcissenbolletjes mee, eentje om in je eigen kamer te zetten en eentje om met de wens ‘zalig Pasen’ aan een ander te geven.