Brandende witte grafkaarsen vormden een lichtpad naar de grote openstaande deuren van de kerk op vrijdag 2 november, Allerzielen. Vanaf 11.00 uur in de ochtend was een ieder die dag welkom in de kerk om een overledene persoonlijk te gedenken. ‘s Avonds was er tijd om samen, met alle aanwezigen, stil te staan bij verdriet en gemis en werden namen van overledenen hardop genoemd. In het uur van samenzijn wisselden muziek en teksten elkaar af. Het duo Muziek met Passie vulde de kerkruimte met gevoelige klanken van piano en dwarsfluit, het kerkkoor onder leiding van Gerard de Ridder – aangevuld met gastzangers -zong liederen vol troost, organist/pianist Bob van der Linde improviseerde en begeleidde de koorzang. Samen met een tekst uit de Bijbel, gedichten en een column deed het de aanwezigen nadenken over verbondenheid over de grens van de dood heen. Heel persoonlijk was het moment waarop allen werden uitgenodigd om een glaasje met een brandende kaars ergens in de kerk neer te zetten. Dat mocht bij een van de bijzonder vormgegeven herdenkingsplekken of waar dan ook. Het voorlezen van de vele namen van overledenen die door de aanwezigen in een boek waren geschreven, klonk in een mooie stilte met respect voor elk van die namen. En voor elke naam was er iemand, minstens één, voor wie die naam zoveel betekent. Een mensenleven, een geliefde.