Aangekomen. Terug van weg en nu naar huis. Maar niemand lijkt van plan om uit te stappen. Met een vreemde mengeling van gevoelens kijken we elkaar aan. Licht in het hoofd. Te weinig slaap, teveel gedacht.
We schudden hier en daar een hand ter afscheid. Houden elkaar langer vast dan nodig om gedag te zeggen. Iemand praat, maar niemand zegt iets terug. Dan zwijgt ie maar weer. Een koffer uit het rek getild en doelloos op schoot genomen. Uit het raam kijken, maar er valt niets bijzonders te zien.
Een nieuw gezicht in de coupé. Vandaag pas opgestapt. Rijkelijk laat, nu we nergens meer heengaan. Het nieuwe gezicht vraagt of iemand misschien nog iets te eten heeft. Jawel. Brood is er nog en wat gebakken vis. En met dat hij het aanneemt en begint te eten zien we zijn handen, dan zijn ogen, dan zijn volle lach.