In de schemertijd op de avond van zaterdag 4 april brandde op het kerkplein het vuur in de vuurkorf. Binnen in de kerk zaten kinderen en ouders. Pastoor Wietse van der Velde verwelkomde hen en nam hen mee naar buiten. Daar bij de vuurkorf mochten de kooltjes voor de wierook branden en werd de grote, nieuwe paaskaars aangestoken. Achter de kaars aan liepen allen weer de kerk in waar de kinderen hun eigen kaars aan de vlam van de paaskaars konden aansteken. Er werden liederen gezongen en er werd gelezen uit het boek Genesis. Een langskomende reiziger vertelde op allerlei plaatsen onderweg een zelfde verhaal gehoord te hebben, een verhaal over licht en leven. De reiziger vroeg de kinderen naar voren te komen, want ze had – meegenomen uit Afrika – een groot boek met tekeningen van het verhaal bij zich. Terwijl de kinderen de tekeningen bekeken, werd verteld over de laatste dagen van Jezus. Ook over het grote nieuws van de opstanding op de eerste paasmorgen. Het nieuws dat de vogels die als eersten wakker zijn, toen aan elkaar verteld moeten hebben, in vogelgeluiden natuurlijk. Alle kinderen kregen een fluitje waarmee die prachtige vogelzang gemaakt kon worden. Er klonk een vrolijk vogellied in de kerk, allerlei tonen door elkaar, net zo opgewonden en blij zoals het op die eerste morgen geklonken moet hebben! Na de kinderpaasnacht liep wie dat wilde naar voren om de zegen te ontvangen.