Het woord vakantie stamt van het Latijnse vacare en betekent: vrij zijn van of vrij zijn voor. Leegte scheppen. Wanneer je leeg bent ontstaat open ruimte. Voor een gelovig mens heeft dat nog een extra dimensie: open ruimte creëren voor het goddelijke. Ruimte. Dat klinkt me heerlijk in de oren. Het is wel erg in tegenspraak met mijn gemiddelde vakantie-ervaring. Want daarin gaat het praktische zorgen door, maar wil ik ook graag héél veel. Bergen beklimmen, stadjes zien, een stapel boeken lezen, goede gesprekken hebben, dat ene leuke kampeerplekje bemachtigen, lekker koken en ga zo maar door. Als ik daarover doordenk, realiseer ik me dat ik mijn eigen grootste obstakel ben. Ik wil graag zoveel en kan slecht kiezen. Even loslaten. En dat terwijl ik diep in mijn hart het allerliefst de rust voluit in wil ademen. Mijn wandelschoenen aan en zomaar een uur bij een beekje zitten dromen, zonder dat de tijd een rol speelt. Leeg worden, ruimte maken. Voor mij is in die stille natuurervaring God te vinden. Hoewel, met mijn benen bungelend over de rand van een stadsfontein, zie ik Hem daar soms ook. Misschien waren de oude pelgrims zo dom nog niet… gewoon maar gaan lopen. Met het ritme van je voetstappen daalt langzaam de rust in je ziel. Zo ben ik de zomer doorgelopen en het heeft me goed gedaan. Daar ben ik dankbaar voor. En nu, met een beetje nieuwe inspiratie, weer aan de slag in het leven van alledag en in ons parochieleven. De veelkleurigheid van de herfst tegemoet. Ik heb er best weer zin in.
Laurette