Zo’n zaterdag in juni…

Een dag die indruk maakte: zaterdag 22 juni, open kerk Religieus Erfgoed en Kerkennacht. Vanaf 13.00 uur stonden de grote deuren van de kerk open om bezoekers te ontvangen. In de kerk had parochie-conservator Anneke de Ridder een expositie ingericht met werken van parochianen. Ikonen stonden opgesteld en fijne pentekeningen hingen aan de pilaren. Beelden, zoals De verliefde slakken, Farewell, Liggende vrouw, De Goede Herder, Tiptoe en abstract werk, waren tentoongesteld. Ook de stijlen en onderwerpen van de getoonde schilderijen waren zeer divers: Patti Smith, St Vitus-Patick-Franciscusdrieluik, De Vuurvogel, Zuidoost, Damon Albarn, Feestende muzikanten en Verbonden. Zelfs een mini-werkje met het portret van pastoor Wijker was te zien. Sterk in beeldtaal waren ook de geëxposeerde foto’s, micro-fotografie en zwart-wit. De reacties van bezoekers waren zo positief, dat we zo’n tentoonstelling met ‘eigen werk’ zeker een keer zullen herhalen. Anneke vermoedt dat er meer parochianen zijn met (nog) ongekend creatief talent. Hopelijk staat ook hun werk een volgende keer opgesteld in de kerk!

En dan zaterdagavond, 20.00 uur: Nobuts, Nederlandstalige rock met een verhaal, start vanaf het podium op het kerkplein ons programma van Kerkennacht 2013. Eerder al, in 2008, hebben we kennis kunnen maken met de Nobuts, toen het kruiswegconcert In Via Sacra werd uitgevoerd.  De band speelde op de Kerkennacht zo’n drie kwartier voor een klein, maar enthousiast publiek. Vanwege de toenemende regenbuien (zanger/gitarist Nico Knibbe had het publiek al uitgenodigd in de podiumtent te komen schuilen!) werd besloten om het vervolg van het buitenprogramma naar binnen te verplaatsen.
In de kerk hield Dio van Maaren eerst een korte ‘preek’, waarin hij het thema van de Kerkennacht toelichtte. De avond ging verder met Leo Blokhuis, die aan de hand van verschillende muziekfragmenten vertelde hoe hufters soms in een song als helden werden neergezet. Met hun uitvoering van Quator pour la Fin du Temps van componist Olivier Messiaen namen Bart Klijnsmit (piano) en Antonis Pratsinakis (cello) de aanwezigen mee naar mei 1940. Messiaen werd toen geïnterneerd in een krijgsgevangenenkamp nabij Görlitz en in die periode schreef hij dit kwartet. De vertolking door Klijnsmit en Pratsinakis, die ook nog werken van Arvo Pärt en J.S. Bach speelden, was een stilmakend, indrukwekkend moment op de avond.
In deel twee van het avondprogramma vervolgde Leo Blokhuis zijn muziekverhaal, van psalm 137, via een reggae-uitvoering naar de zomerhit van Boney M. en meer. In korte filmpjes kwamen zeven drempels langs, zeven eerlijke, maar afwijzende reacties op de vraag naar werken van barmhartigheid. Geen tijd, geen zin, onmacht, schaamte … In een presentatie van tekst en beeld werd een klein monument opgericht voor een mens die held of misschien wel heilige genoemd mag worden: Alberto Ramento, de vermoorde bisschop van de Filippijnse zusterkerk. Lijden en droefheid klonken ook door in de twee uitvoeringen van het Stabat Mater. Begeleid door organist Bart Klijnsmit zong sopraan Evelien Dijk de tekst over de rouwende moeder Gods bij haar stervende Zoon.
Het was tegen middernacht toen de grote kerkdeuren weer dicht gingen. In het gastenboek dat de hele dag in de kerk had gelegen voor reacties van bezoekers, schreef iemand:
een kerk vol schoonheid
en band die licht brengt
en alle zegen komt van boven
het was mooi

(Foto: Marc de Groot)