komkommertijd (1)

Tijd voor een paar wonderen:

Een Hilversums Mirakelboek bestaat geloof ik niet, maar een stuk of twee wonderen kennen we in onze parochie toch wel.

We schrijven het jaar 1699: Bij Gerbert Claessen en Tijmitie IJden wordt om zeven uur ‘s morgens een kindje dood geboren. Het wordt direct weggestopt om ‘s avonds in stilte te worden begraven zoals dat vroeger de gewoonte was met ongedoopte overleden kinderen. De toenmalige pastoor van onze Achterhofse kerk, Adrianus Smidts, beschrijft het als volgt:

De vroedvrouw en de andere aanwezige vrouwen waren er zeker van dat het kind dood was, zoals mij werd verteld toen ik om negen uur daar binnenkwam. Vrienden en buren die langs waren geweest om het kind te zien, getuigden ook dat het geen tekenen van leven toonde. Tenslotte heeft Claessie IJden (een geestelijke dochter) het kind in een klein koffertje gestouwd waar het amper in paste. Toen het kind al twee uren zo in dat koffertje opgesloten had gelegen kwam om één uur Annitie IJden nog langs omdat zij ook graag het kind nog even wilde zien. En toen Claessie het koffertje voor haar openmaakte, ziet: als een Godswonder bewoog opeens het kind, rekte het de handjes en voetjes uit, en opende de ogen. Claessie schrok of ze een spook zag! Het was een wonder dat ze het kind niet uit haar handen liet vallen. Annitie nam toen snel het naakte kind op haar schoot en kwam haastig met Claessie naar mijn huis om het kind te laten dopen. Ik heb het toen gedoopt en het heeft nog meer dan een dag geleefd nadat ik het had gedoopt.

Dit is geschied te Hilversum de 17e augustus 1699 en het is in deze gemeente bij een ieder, zowel geuzen (sic!) als katholieken bekend.